NieuwsAgendaUitslagenFoto'sInformatieLinksGastenboek

 

  Een prachtig verhaal en wat een prestatie ! Enorme complimenten voor Wilfred.

 ------------------------------------------------------------------------------------------

 

“226 km genieten in Almere”.

 

  Al lange tijd zat de datum, 29 Augustus 2009, tussen mijn oren als de dag waarop hét diende te gaan gebeuren. Op deze datum vond in Almere weer de Holland triathlon plaats en hét betekende in mijn geval finishen in dat evenement.

  Na een geslaagde generale halve triathlon in Nieuwkoop begin juni 2009, had ik besloten om de stoute schoenen aan te trekken en mezelf in te schrijven voor de hele in Almere. Het zou mijn eerste worden en alleen al bij de gedachte voelde ik de zenuwen opkomen. De omstandigheden leken o.k. om volop te gaan trainen en het thuisfront stond ook achter me. Ik was reeds gewend aan de nodige trainingsuren en een kleine uitbreiding op alle fronten moesten er toe leiden dat ik voldoende getraind aan de start zou verschijnen. Reeds het hele seizoen kamp ik al met wat achillesproblemen en dat zou in mijn ogen de bottleneck zijn die de voorbereiding in de war zou kunnen schoppen.

  Vanaf juni heb ik nauwelijks meer aan snelheidstrainingen gedaan en het lopen werd door de genoemde achillespees tot een minimum beperkt en als ik dan ging lopen ging dat in een heel traag tempo. Het aantal sporturen per week werd langzaam uitgebreid van 8-10 uur naar 12-15 uur sporten per week. Uiteindelijk betekende dit ongeveer 3 uur zwemmen, 8 uur fietsen en 3 uur lopen per week. De maximale afstanden die ik per onderdeel getraind had waren ongeveer 3,5 km zwemmen, 150 km fietsen en 30 km lopen.

  De laatste week voorafgaand aan de wedstrijd was het vooral rusten en rustig blijven. In mijn hoofd had ik de film die ik dacht te gaan verwachten al diverse malen afgespeeld. Op donderdag 27 augustus ben ik reeds naar Almere afgereisd om twee tentjes op te zetten. Eén voor mijn kinderen en één voor mijn vrouw en mijzelf. Die nacht goed geslapen in het tentje en op vrijdag was de registratie en het inleveren van de fiets en de fietshelm. Toen dit allemaal geregeld was nog een rondje over het terrein om de routing wat te verkennen en duidelijkheid te krijgen over waar je welke kleding diende te laten en waar je alles weer op zou kunnen halen.

  De nacht van vrijdag op zaterdag, dus voorafgaand aan de wedstrijd was het noodweer. Onweer en zeer hevige buien zorgde voor geen slaap en de vraag spookte door je hoofd of alles wel door zou gaan. Om 04.35 ging mijn wekker af. Vijf boterhammen met banaan moesten voor de nodige startenergie zorgen. Om 06.15 uur was ik op het triathlon terrein om de laatste voorbereidingen te treffen. Gelukkig stopte het met onweren om 06.30 uur en kon de wedstrijd volgens planning aan gaan vangen. Met doedelzakspelers werd de gang naar de zwemstart gemaakt en voor mij betekende dit net zo’n kippenvel moment als wanneer Lee Towers You’ll never Walk Alone zingt vlak voor de start van de Rotterdam marathon.

  Om half acht mochten we eindelijk van start om 3,8 kilometer te gaan zwemmen. Vanwege de stevige westenwind waren de golven vergelijkbaar met die zoals je ze op zee ziet en ook dit was weer een nieuwe ervaring voor mij. Op één vervelende klap op mijn teen na ging het zwemmen zonder problemen. Na 1 uur en 26 minuten kwam ik uit het water. Na een rustige wissel kon ik na 1 uur en 32 minuten wedstrijd op voor de 3 ronden fietsen van 60 kilometer. Ook hier was de wind een grote tegenstander, maar het fietsen ging naar tevredenheid. Gezien het feit dat ik niet de snelste zwemmer ben, ik kwam als 255ste uit het water van de 321 gestarte atleten, kon ik diverse fietsers in gaan halen. Dit is vooral psychologisch erg lekker. Na 180 kilometer die ik in bijna 6 uur had afgelegd was ik opgerukt naar de 195ste plaats.

  Na wederom een zeer rustige wissel, waarin de sanitaire stop voor de nodige opluchting zorgde, kon ik aan de 42 km lopen beginnen. De start van het lopen ging moeizaam, een zere rug ( slapen op een luchtbed of de fietshouding ) en een zere teen ( van de klap tijdens het zwemmen ) gaven me niet echt moed. aar al gaande weg ging het vervelende gevoel weg en waren er al een kilometer of 7 voorbij. Het lichaam was inmiddels behoorlijk moe en continue ben je jezelf aan het oppeppen. Dat gaat van: “nog maar 7 kilometer en ronde 1 is klaar”, “kom op na een kilometer of drie is er weer een verzorgingspost” en “niet zeuren, een week of wat terug liep je ook ruim dertig kilometer”. En voor je er erg in hebt ben je op de helft van je marathon. De verzorging was uitstekend en ik kon lekker van verzorgingspost tot verzorgingspost blijven lopen. Daar gunde ik mezelf een wandeling waarin ik wat energiedrank kon nuttigen, een banaantje kon eten en mezelf wat verfrissen met een spons.

  Ondanks het feit dat het tempo steeds verder naar beneden ging kon ik na een marathon van 4 uur en 7 minuten, een 135ste looptijd, als 165ste finishen in mijn allereerste hele triathlon. Heerlijk om dan over de finish te zijn en lekker klaar te zijn. Lekker wat bouillon drinken en een taartje eten om weer wat energie toe te voegen. Heel snel kreeg ik het daarna heel koud dus met de familie werd vrij rap de gang richting camping gemaakt om daar lekker lang onder een warme douche te gaan staan. Moe maar voldaan lag ik rond een uur of negen in mijn slaapzak om lekker te gaan slapen, tenminste dat dacht ik. De adrenaline stroomde echter nog hevig door mijn lichaam dus de slaap kon ik niet echt vatten. Op het moment dat dat wel gebeurde brak het noodweer wederom los.

  Bij het wakker worden had ik me op het ergste voorbereid maar ik voelde me goed en de spierpijn viel mee. Heerlijk naar huis en genieten van de welverdiende rust, nu eerst maar even goed herstellen en dan op naar de volgende uitdaging. Op maandag vloeide er nog een klein traantje bij het zien van de persoonlijke videobeelden welke gemaakt zijn tijdens het evenement. Dit zijn voor mij toch altijd weer de kippenvel momenten waar je op door kunt bouwen. Dan blijkt het sporten toch ook weer heel veel energie terug te kunnen geven.

  Wilfred Keijzer